Het is weer even passen en meten, maar ook op deze avond gaan er ‘veel makke schapen in een hok’. We vragen ons af of er ooit eerder zo’n grote opkomst is geweest. Wat wel mee heeft geholpen is dat we ook deze avond – evenals bij de vorige lezing – 2 nieuwe leden mogen verwelkomen.
Als deze lezing dan ook nog eens onze stoutste verwachtingen overtreft begrijpt u dat we terug kunnen kijken op een fantastische avond.
Hans van Horssen – tuinontwerper en tuinfotograaf – maakt niet alleen prachtige foto’s en video’s; hij is ook een geboren spreker die een inspirerend verhaal neer weet te zetten doorspekt met humor. Met een voorbeeld hiervan zullen we dit verslag afsluiten.
De presentatie van vanavond ‘De tuin in alle seizoenen’ gaat over een tuin die voornamelijk bestaat uit vaste planten gecombineerd met siergrassen. Deze naturalistische plantstijl wordt ook wel de ‘Dutch Wave’ genoemd.
Na de pauze krijgen we een kijkje achter de schermen van De Vlinderhof: een publieke tuin in het Maximapark bij Leidsche Rijn en ontworpen door Piet Oudolf. Hij is bekend geworden met deze naturalistische plantstijl en heeft wereldwijd Dutch Wave-projecten op zijn naam staan.
De natuur als inspiratiebron
We beginnen de avond met een bezoekje aan de natuur. Het gaat tenslotte om een naturalistische plantstijl en het is dus belangrijk om inspiratie uit de natuur te halen. De liefde voor de natuur is bij Hans, geboren in Haaften, ontstaan in het nabijgelegen en inmiddels beschermde natuurgebied de Crobsche Waard.
Om inspiratie op te doen gaat hij nog steeds ’s ochtends vroeg de deur uit om door de polder te struinen. En inspiratie opdoen voor de tuin gebeurt trouwens niet alleen via planten en bomen, ook dieren zoals u op deze prachtige foto kunt zien, dragen hier voor Hans hun steentje aan bij.
Een plant in de natuur die Hans de nodige inspiratie oplevert is bijvoorbeeld het fluitenkruid dat vaak in de berm van de weg staat. Deze plant zelf is natuurlijk niet geschikt om in de tuin toe te passen, maar Selinum wallichianum, met kantachtig ingesneden blad en donkerrode stengels is hier een geweldige vervanger voor.
Sedum ‘Matrona’, een plant die ook nog een mooi wintersilhouet heeft, kan ook goed gebruikt worden.
Bij bomen zorgt onder andere het meerstammige en de kronkel in de stam voor een natuurlijke karakter. Een mooi voorbeeld hiervan is de meerstammige bijenboom (Tetradium Daniellii) die uiteraard in De Vlinderhof niet ontbreekt. U snapt dus wel dat van een Bolcatalpa Hans de tranen in de ogen springen.
Het spreekt eigenlijk voor zich dat zeker grassen bijdragen aan een natuurlijke uitstraling.
Uiteraard is bij Piet Oudolf de natuur ook de bron van inspiratie: ‘het is de bedoeling dat u het gevoel van rust en natuurlijke uitstraling dat u in de natuur beleeft, terug probeert te brengen in uw eigen tuin’ aldus Piet.
Bij de Dutch Wave zijn 3 zaken belangrijk:
1 de bloemvormen en de zaaddozen
In de door Hans ontworpen theetuin in Sleeuwijk is dit bijvoorbeeld goed terug te zien in de combinatie van de bolletjes aan de leeuwenstaart (Leonotis leonurus), de strakke aren van de dropplant (Agastache), de fijne textuur van Perovskia en dit dan aangevuld met grassen: deze combinatie maakt het geheel heel natuurlijk. Bovendien levert een dergelijke beplanting een prachtig winterbeeld op. En komt er een keer vorst, dan is alles extra mooi.
Over zaaddozen gesproken. De plant met de mooiste zaaddozen is volgens Hans de zijdeplant (Asclepias tuberosa).
Bladvormen en bladcontrasten doen het ook altijd goed. Bijvoorbeeld de combinatie van Andoorn (Stachys), prachtriet of olifantsgras (Miscanthus) en het purperklokje (Heuchera).
2 de herhaling van planten
Deze herhaling zorgt voor rust en een natuurlijk effect; en tenslotte pas,
3 de kleur en de kleurcombinaties
Historie van de naturalistische plantstijl
William Robinson (1838 – 1935) is degene geweest die gezegd heeft: ‘ophouden met die mozaïekperken en het voortdurend snoeien en knippen van heesters en bomen’. Hij is de belangrijkste vertegenwoordiger van de natuurstijl.
Gertrude Jekyll (1843- 1932) ging hier helemaal in mee, maar legde nog meer de nadruk op kleur: ze werd dan ook de ‘Queen of Color’ genoemd.
Ernst Pagels (1913 – 2007) en zeker Karl Foerster (1874 – 1970) mogen hier als kwekers niet ontbreken. Karl Foster is de invloedrijkste plantenkweker in de geschiedenis: hij is als eerste met het kweken van grassen begon. Ernst Pagels was meester in het vinden van de juiste cultivars en heeft bijvoorbeeld Salvia nemerosa ‘Ostfriesland’ op de kaart gezet.
Ook ons aller Mien Ruys (1904 – 1999) met haar heldere lijnen en functionele bestrating, waarbij ze als contrast natuurlijke beplanting toepaste hoort in dit rijtje thuis.
De natuurlijke plantstijl waar we het hier over hebben, werd in grote projecten ook toegepast door Henk Gerritsen, Ton Terlinden, Piet Oudolf en Rob Leopold. Zij werkten vanaf ca. 1970 in eerste instantie onafhankelijk van elkaar maar later ook wel samen, en vernieuwden zo de bestaande tuincultuur. Tijdens een symposium in Zweden werd er over een ‘Hollandse vaste planten golf’ gesproken. Dit is toen omgedoopt tot de Dutch Wave………en zo is het gekomen.
Charmes van de seizoenen
De belangrijkste reden voor Hans om deze dynamische plantstijl toe te passen is dat deze stijl de charmes van alle seizoenen heel goed in beeld brengt.
In maart kan het al kleurrijk zijn in de tuin. Dan moet u wel vooral de bloembollen het werk laten doen. De foto is eind maart gemaakt. Het botanische tulpje Tulipa ‘Lilliput’, Anemone blanda en een dwergnarcis zorgen voor een kleurrijk schouwspel.
Ook de beverboom (Magnolia) is dan al prachtig om te zien.
In april staan de eerste bomen al in bloei zoals de sierkers, maar ook vroegbloeiende vaste planten zoals wildemanskruid (Pulsatilla). Deze plant kan met zijn bontkraagje goed tegen de nachtvorst die dan nog voor kan komen. In april gaan natuurlijk ook de fruitbomen bloeien.
Rond juli, augustus zijn deze voorjaarsbloeiers uitgebloeid. Zorg er bij het planten dus voor dat ze ingepakt staan tussen planten die rond die tijd alle aandacht opeisen: de zomerbloeiers natuurlijk!
In mei kunnen de Hosta’s voor spektakel zorgen, zeker als ze net in het blad staan en de waslaag nog helemaal in orde is. Dit geeft een prachtig effect met waterdruppels op de bladeren.
Ook de magnolia staat deze maand in bloei.
Half juli heeft u veel plezier van zonnehoed; bijvoorbeeld Echinacea pallida (zie foto links) of Echinacea ‘Fatal Attraction’.
Voor Hans is het hoogtepunt van de zomer aangebroken als het zonnekruid (Helenium) bloeit, bijvoorbeeld H. ‘Moerheim Beaut’y (foto rechts). Bijkomend voordeel: er komen veel bijen op deze prachtige plant af.
De Dutch Wave leent zich overigens ook goed voor 1-jarigen zoals de Papaver, bijvoorbeeld P. orientale ‘Karine’ (zie foto). Een heel bijzondere klaproos is overigens P. somniferum ‘Black Swan‘. Zeker de moeite waard om eens te proberen.
Het nadeel van de Papaver is de vrij korte bloeitijd. Maar wat dan ook weer z’n charme heeft zijn de zaaddozen die dan zichtbaar worden en voor langere tijd blijven staan. Hier komen we later nog even op terug!!
Dan wordt het tijd voor de nazomer.
De herfstanemoon (Anemone ‘Honorine Jobert’) is voor Hans één van de mooiste herfstbloeiende vaste planten.
In de herfst worden trouwens de grassen steeds belangrijker. Een mooi voorbeeld is reuzenvedergras of straalhaver (Stipa gigantea). Als de zon ondergaat is het bij dit gras net of er lampjes in branden. Ook al duurt dit effect maar ongeveer 10 minuten, toch iets om rekening mee te houden bij het planten.
Het najaar is goed in beeld gebracht op onderstaande foto van De Vlinderhof in oktober. Herfstkleuren, herfstasters, grassen, zaaddozen……………..
Het is wachten op de eerste nachtvorst, dan worden de wintersilhouetten belangrijk…………
Een plant met een mooi wintersilhouet is bijvoorbeeld Agastache nepetoides.
Maar gelukkig zijn er in de winter natuurlijk ook planten die voor kleur zorgen zoals de overbekende toverhazelaar (Hamamelis). Ze bloeien eind januari en hebben een prachtige grillige groeiwijze. Bovendien heeft deze plant ook een mooie herfstkleur. In de zomer stelt ie niet zoveel voor, maar dan zijn er genoeg andere planten die de show kunnen stelen.
In de winter zijn er ook planten met mooie takkleuren zoals natuurlijk de bekende kornoelje (Cornus).
Biodiversiteit
Planten zorgen voor leven in uw tuin. Door veel verschillende soorten planten in de tuin te zetten, krijgt u ook verschillende soorten insecten en daardoor een beter biologisch evenwicht. Schuilgelegenheden voor lieveheersbeestjes bijvoorbeeld zorgen voor minder schadelijke luizen en schuilplaatsen voor egels verminderen in ieder geval het aantal slakken in uw tuin.
Vlinders, spinnen, bijen en andere insecten treft u dan ook allemaal aan in De Vlinderhof. Op de foto hiernaast ziet u een kolibrievlinder op Vebena bonariensis.
De Vlinderhof
Het Maximapark is een jong park aan de westkant van Utrecht. Het is ongeveer 300 ha groot en geopend in 2013. Het park is een multifunctioneel park waar van alles te beleven is voor iedereen: zo is er een restaurant, een speeltuin, een evenemententerrein, een sportcomplex, er worden lesprogramma’s voor scholen georganiseerd en bijvoorbeeld workshops fotografie.
In het hoofdplan is ook een bloementuin van ongeveer 5000 m² opgenomen, omsloten door hagen of parkpergola’s. Door geldgebrek dreigde dit deel van het park niet van de grond te komen. Eén van de omwonenden Mark Kikkert is toen, 6 jaar geleden, uiteindelijk de drijvende kracht achter de ontwikkeling van dit deel van het park geworden en ook degene die Piet Oudolf uit weet te nodigen om een ontwerpplan te maken.
Om sponsoren en vrijwilligers te werven, de laatsten om het park aan te leggen en te onderhouden maakt Mark onder andere gebruik van Facebook. Zo is ook Hans van Horssen bij de ontwikkeling betrokken geraakt.
Hierboven ziet u een afdruk van de interactieve kaart die op de site van De Vlinderhof te vinden is. Hierop staan ruim 100 unieke soorten planten. Deze kaart op de website helpt u bij het vinden wat waar staat en laat u zien hoe ieder vak is ontworpen. Zeker een aanrader om de site – en het park natuurlijk – eens te bezoeken!!
Midden door de tuin loopt een asfaltpad: een eis van de gemeente. De aftakkingen die u op de kaart ziet zijn gazonpaden. Met dit uitgangspunt is Piet aan de slag gegaan.
Als eerste is de slechte grond afgegraven en op een heuvel gereden; als laatste is er een toplaag met bemeste tuinaarde en veel organische stoffen aangebracht.
De al eerder genoemde haag (ook één van de eisen van de gemeente dus) zag Piet helemaal niet zitten: zo’n haag past namelijk niet in een natuurlijke tuin. In plaats daarvan zijn er borders met ‘bosplantsoen’ ingeplant zoals krentenboompje, meidoorn, hazelaar enzovoorts. Dit geeft hoogte maar er zijn dan ook nog kijklijnen tussendoor. Het ziet er veel natuurlijker uit dan een strakke haag.
Een nadeel is wel dat er schaduw in bepaalde plantvakken valt. De beplanting is daar dan ook op aangepast. In zo’n vak overheersen bladkleuren en bladcontrasten. Op de tekening kunt u deze schaduwplanten terugvinden.
Uiteraard zijn er ook bomen aangeplant in De Vlinderhof.
Voor het voorjaar is de keuze gevallen op verschillende soorten Magnolia’s, voor de zomer op Styrax en de bijenboom (Tetradium), in de herfst spelen kleuren een grote rol onder andere met behulp van Nyssa sylvatica. Er zijn hier trouwens gelijk grotere exemplaren aangeplant.
Dit gebeurde natuurlijk als eerste, en vervolgens is men met de kleinere planten aan de gang gegaan. Het resultaat mag er zijn.
Eén van de redenen waarom Hans zich op heeft gegeven als vrijwilliger, is omdat hij benieuwd was hoe een tekening van Piet Oudolf – een schilderijtje met allemaal kleurtjes en symbooltjes en lijntjes (zie boven) – naar de praktijk vertaald moet worden.
Het is namelijk niet de bedoeling dat u na het inplanten een aantal kisten met planten tekort komt of overhoudt!! Beetje slordig.
De werkwijze is als volgt.
Er wordt eerst een raster over de tekening getekend en vervolgens wordt dit raster met metselkoorden op de grond uitgezet zodat er vakken van 2 bij 2 meter ontstaan. In elk vak worden dan met (zilver)zand de plantvakken op de aarde getekend. Als laatste worden de planten in het betreffende vak verdeeld.
De groep van 34 vrijwilligers heeft zo in 5 à 6 dagen 17.000 vaste planten en siergrassen in de grond gezet. Als laatste zijn na de planten de grasmatten op hun plaats gelegd.
Nu 6 jaar later ligt er een prachtige tuin, maar oordeelt u zelf…………
In 2014 is de tuin geopend; Mark krijgt letterlijk en figuurlijk een schouderklopje van de grote baas Piet Oudolf.
Als u enthousiast geworden bent over deze stijl van tuinieren, houdt er dan wel rekening mee dat de plantstijl van Piet Oudolf op zich geen gemakkelijke is en ook zeker niet zo onderhoudsvriendelijk als vaak gedacht wordt. Planten zijn uiteraard geneigd hun eigen weg te zoeken en dit moet toch wel met enige kennis van zaken in toom worden gehouden.
Het voordeel van vaste planten en siergrassen is dat ze snel groeien; het nadeel is dat in januari/februari de boel kortgeknipt moet worden; en dan is het dus ook echt helemaal kaal. Maar geen nood, dit euvel is goed te ondervangen met…………. natuurlijk bloembollen.
Het bloembollenplan
Voor De Vlinderhof zou een heus bloembollenplan ontworpen worden om deze ’leegte’ op te vullen, waar op ingeschreven kon worden.
Hans heeft samen met Edwin Barendrecht – een goede vriend en voormalig collega – het winnende bloembollenplan gemaakt (zie foto).
Het thema van dit plan ‘Koningslente’ refereert natuurlijk aan het Maximapark.
Uitgangspunt: welke bollen passen het beste bij het bestaande hoofdplan?? De bloembollen moeten in dienst staan van het hoofdplan.
De keizerskroon (Fritillaria imperialis persica) mocht in dit ontwerp uiteraard niet ontbreken. Een prachtige plant, zeker om – in het eerste jaar – hoogte en structuur aan te brengen.
Het botanische rode tulpje Tulipa liliput was ook een rol toebedeeld in dit plan. Het idee was om er hier als een rode loper 6000 van aan te planten langs het hoofdpad. Helaas is dit idee volledig mislukt. De tulpjes zijn op 125 stuks na allemaal gepikt. Maar gelukkig hangen er camera’s in De Vlinderhof ………….en wat bleek, vooral de fazant had zich tegoed gedaan aan deze bolletjes.
De plaats van deze tulpjes is overgenomen door dwergirisjes (Iris reticulata).Eind februari komen ze al boven de grond (zie foto).
Het principe van een bollenplan is simpel, maar soms wel een heel gepuzzel. In het kort komt het er op neer om bij planten die laat/later opkomen zoals bijvoorbeeld parelgras (Sporobolus heterolepis) iets te zetten wat juist heel vroeg bloeit, zoals de sterhyacint (Scilla). Tegen de tijd dat het hyacintje is uitgebloeid groeit het gras er overheen.
U kunt ook aan andere combinaties denken zoals bijvoorbeeld stermaagdenpalm (Amsonia) (zie foto) met sieruien (Allium).
De combinatie van deze sieruien, bijvoorbeeld de A. ‘Purple Rain’ met erachter uitgebloeide Fritillaria persica is prachtig. Of uitgebloeide Alliums met een heel bijzondere sterhyacint, de Scilla ‘Blue Arrow’ die wel een meter hoog wordt.
Ook prachtige – deels voorjaarsbloeiers – ziet u op bovenstaande foto.
Van links naar rechts: de Anemone coronaria met een lange bloeitijd van mei tot oktober, de prachtige kuifhyacint (Muscari comosum), die van april tot juli bloeit, en de Bulgaarse ui (Nectaroscordum siculum ssp Bulgaricum), met een bloeitijd van mei tot juni. Deze laatste plant wordt wel een meter hoog, is zeer decoratief en wordt graag bezocht door bijen.
Zoals al gezegd: eind januari/begin februari wordt alles afgeknipt. De afgeknipte delen worden afgevoerd om de bodem enigszins te verschralen zodat de planten wat rustiger groeien en beter overeind blijven staan als het wat natter is. Het beeld is dan even heel anders. Gelukkig duur het niet lang meer voor de eerste bolletje hun kopjes boven de grond uitsteken.
Twee projecten van Hans bij ons in de buurt zijn de theetuin in Sleeuwijk en een tuin bij een particulier huis in Sleeuwijk.
In de theetuin is de Dutch Wave ook goed terug te zien. De Descampsia en Helenium nemen een prominente plaats in. De inspiratie uit de natuur is hier ook terug te vinden in de ongelijke bosschage met een lagere doorkijk naar achteren.
In de tuin bij het particuliere huis staat op de achtergrond naast de oprit een rij knotwilgen. Niet de gewone, maar de Salix alba ‘Chermesina’. Dit is een knotwilg met oranje takken in de winter. Door hier knotwilgen te plaatsen loopt deze tuin die midden in de polder ligt, meer over naar het omringende landschap.
Bovendien loopt het gazon over in het weiland van de buren. Als dit mogelijk is heeft het alleen maar voordelen: de heg is makkelijker te knippen en het gras is makkelijker te maaien, Maar het grootste voordeel: zo lijkt de tuin veel groter.
Dat Hans van humor houdt hebben we aan het begin van dit verslag al vertelt. We sluiten dit verslag van een voortreffelijke lezing dan ook af met een knipoog van Hans.
De klaproos op de foto is een gewone Papaver. U heeft al kunnen lezen dat die plant maar een korte bloeitijd heeft.
…………. ‘Na de bloeitijd vallen de blaadjes af en worden de zaaddozen
zichtbaar die dan langere tijd blijven staan……………..’.
(Verslag Anja van Vijven; foto’s idem, tevens Jeltje Klop, Hans van Horssen, site De Vlinderhof, Pixabay, Saxifraga free nature images )