Ook tijdens deze lezing van Ton krijgen we weer tal van praktische en, oh zo handige tips te horen. Er wordt dan soms ook gefluisterd ‘tsjonge, da’s ook slim…..…’ of ‘nou moe dat ga ik de volgende keer ook doen……..’.
Ton begint met iets wat heel toepasselijk is voor het voorjaar………
De lentekriebels: wie kent ze niet……… we krijgen weer zin om iets te gaan doen in de tuin. Ook de natuur begint opnieuw te leven lijkt het wel.
En in de natuur is alles afgestemd op elkaar. Het is eigenlijk heel goed als wij mensen ons doen en laten – weer – leren af te stemmen op de natuur. Dan maken we misschien ook niet meer de fout te vroeg of te laat te zaaien.
De binding met de natuur zijn we helaas kwijt geraakt: vroeger was er geen buienradar maar konden de mensen veel beter e.e.a. voorspellen.
Om bijvoorbeeld te zeggen ‘op 10 april ga ik de aardappels zetten en op 20 maart de erwten’, dat is niet de bedoeling van de natuur: de natuur heeft geen strakke kalender. Het zou zo moeten zijn dat als bijvoorbeeld de forsythia of de kersenboom in uw tuin begint te bloeien, dat het teken is om aardappels, erwten of een ander gewas te gaan zetten. Als u afstemt op de natuur zit u altijd goed.
Hier is geen boekje van………dit is een kwestie van opletten, om u heen kijken en ervaring.
Ton geeft als voorbeeld de meesjes in zijn tuin. Ze gaan nooit eerder nestelen dan wanneer de kersenboom op het punt staat te gaan bloeien; dan zitten er namelijk ook al snel rupsjes in de boom waarmee ze hun jongen kunnen voeren. Zijn ze te vroeg, dan hebben de jongen niet genoeg te eten.
Zaaien
Al het leven begint met een zaadje……..
Er zijn bakken in alle soorten en maten om in voor te zaaien, maar het kan ook prima in een simpel tempex bakje.
Het zaaien zelf kunt u – om goed te doseren – bijvoorbeeld doen met behulp van een dubbelgevouwen papiertje of een zaaidoosje waarbij – heel handig – ook de grootte van het zaad is in te stellen.
Erg klein zaad (bijvoorbeeld wortelzaad) of zwart zaad is ook handig te zaaien door het eerst te mengen met goed droog scherp zand waardoor alles beter zichtbaar wordt. U kunt ook een stap verder gaan door het zaad eerst te laten kiemen in dit zand, met als voordeel dat het dan ook eerder uitkomt: ook weer handig bij wortels. U zaait dan – heel belangrijk – als het zaad net begint te kiemen. Er zit ook een nadeel aan: als het op dat moment gaat vriezen moet u het zaad toch uitzaaien om het vervolgens weer af te dekken.
Nog een mogelijkheid is om ‘pillenzaad’ te gebruiken. Het zaad zit in korreltjes – de pillen – en is daardoor makkelijker te zaaien. Pas dan wel op dat u dit niet te diep zaait; het zaad in het pilletje is tenslotte vaak maar heel klein en moet net onder de oppervlakte liggen.
Er bestaan zelfs stroken met zaad: die hoeft u alleen maar uit te rollen. Tsja…….
Met bijvoorbeeld de steel van een hark kunt u een mooie ronding in de grond maken. In deze afdruk van de steel kunt u vervolgens het zaad uitstrooien. Dan met de handen voorzichtig weer afdekken met aarde waar natuurlijk geen kluiten in mogen zitten. Lichtkiemers zoals sla en wortelen mogen maar met een dun laagje aarde bedekt worden.
Erwten daarentegen moet u goed aandrukken in de grond en met bietjes moet u voorzichtig zijn.
Een fout die veel mensen maken is om na het zaaien lekker te gaan gieten…….helemaal fout volgens Ton. Eerst een geultje maken, dan goed gieten, het water in de grond laten trekken en dan pas zaaien.
Goed om te weten is dat oliehoudende zaden (bijvoorbeeld kool) een grote kiemkracht hebben en lang houdbaar zijn, wel 4 a 5 jaar!
Als u twijfelt of zaad nog goed is kunt u dit checken door bijvoorbeeld een stuk of 10 zaadjes op een vochtig sponsje op een schaaltje met water te leggen zaaien, vervolgens afdekken met een ander sponsje en op een warm plekje wegzetten. Afhankelijk van het aantal zaadjes dat na uiterlijk 2 weken kiemt, kunt u dit zaad nog gebruiken.
Zaad kunt u trouwens goed bewaren in de diepvriezer in een afgesloten plastic bakje. Ook als u zelf zaden over wilt houden werkt dit uitstekend: wel eerst de zaadjes goed drogen. Ton was een keer een bakje zaad vergeten: na 8 jaar kwam hij het tegen in de diepvries en het zaad deed het nog uitstekend!!
Een goede methode bij bonen die last kunnen hebben van het bonenkevertje is om ze een paar dagen in de diepvries te leggen dan gaan de eitjes van dit kevertje vanzelf dood.
Tomaten
Als u zelf tomaten kweekt moet u ze wel een keer of 3 verpotten.
Bij het voorzaaien van bijvoorbeeld tomaten in de kas is het handig om als bovenlaagje goed droog wit zand (Maaszand) te gebruiken omdat u anders de kans loopt dat er in de warme kas een laagje algen op de aarde gaat groeien, die alles afsluiten waardoor de boel verstikt. Aan de kleur van het zand kunt u vervolgens zien of alles nog vochtig genoeg is of dat er wat water bij moet.
Ook hier geldt: voor het zaaien 1 keer goed nat gieten en daarna niet meer. Eventueel tijdelijk afdekken met doorzichtige keukenfolie tot de zaadjes uit beginnen te komen. Als de plantjes eenmaal groeien kunt u natuurlijk wel weer water geven. Niet een grote plens zodat alles gelijk plat ligt maar beter is het om dan een klein gietertje te gebruiken.
Omdat een tomaat adventieve wortels maakt kunt u het volgende doen: als de tomaat tenslotte op z’n definitieve plaats staat het onderste blad verwijderen om vervolgens voorzichtig dit stukje van de stengel op de grond te buigen/leggen en hier dan aarde overheen te strooien. Het plantje zal in eerste instantie nog een beetje plat liggen maar gaat na een paar dagen vanzelf weer rechtop staan en kan dan langs een draad of stok verder omhoog groeien.
Aan het stuk stengel wat nu onder de grond ligt zullen bij de tomaat wortels gaan groeien : de zogenaamde adventieve wortels.
Hoe meer wortels een plant heeft des te meer voedingsstoffen hij op kan nemen en des te meer vruchten u krijgt.
Nog een goede tip van Ton als u bijvoorbeeld een volkstuin heeft en niet 2 à 3 keer per week naar de tuin wilt. Zet de tomatenplant in een plastic emmer waarvan u een gat in de bodem heeft geboord en graaf de emmer met de tomaat erin half in de grond. Zo kunt u het deel van de emmer dat boven de grond uitsteekt helemaal vol met water gieten en kan de tomaat er weer een paar dagen tegen.
Om allerlei ‘schadelijke’ dieren buiten de tuin te houden heeft Ton ook een goed idee. U plant een vlierhaag en knipt hier elk najaar een aantal scheuten van een meter of 2 van af om die vervolgens terug in de grond te steken. Het gevolg is dat u een zeer dichte natuurlijke haag krijgt waar niets meer doorheen kan komen. De stokken verdrogen, maar de vlier zelf groeit gewoon door. Hier en daar natuurlijk wel enkele takken van de vlier door laten groeien voor een natuurlijk en bloeiend effect.
Bonen
Om bonen succesvol te kweken (en dan vooral droogbonen) doet u er goed aan de bonen eerst voor te kweken, omdat u ze gezien de tijd vaak geen tweede keer kunt zetten. Bij het uitplanten zet u dan 12 plantjes per strekkende meter, waarbij u de plantjes met de hand aandrukt en niet met uw voeten aanstampt! Ook hier geldt trouwens dat u eerst de geul nat maakt en het water even in laat trekken voordat u de plantjes plant.
Een gezegde is: ‘bonen houden van elkaar’, De bladeren dekken elkaar dakpansgewijs af; dat is maar goed ook want de stengel mag de zon niet zien anders gaat de plant dood.
Voordat u bonen gaat planten moet u volgens Ton eigenlijk even met uw blote voeten over de grond lopen om te voelen of het warm genoeg is: ‘krijgt u koude voeten, dan kunt u beter nog even wachten met uw bonen’.
Als u bedenkt dat bonen oorspronkelijk uit Peru komen dan snapt u wel waarom dit zo werkt; tuinbonen en erwten daarentegen zijn echte Hollandse gewassen die wel wat meer koude kunnen en willen hebben.
Ook IJsheiligen wordt wel als ijkmoment gebruikt om te gaan planten. Zo rond 20 mei zit u dan zeker goed. Nog beter is het toch weer om het planten van de bonen af te stemmen op een plant of struik die op dat moment bloeit. Als u dit enkele jaren bijhoudt weet u zeker wanneer u goed zit. O ja, en Modus is een heerlijke boon volgens Ton.
Wortels
Een ideale manier om wortels te kweken, die last kunnen hebben van de wortelvlieg, is om tuingaas te gebruiken. Gaas met een opening kleiner dan 1,2 mm houdt deze vlieg op afstand. Dit gaas spant u over beugels zoals op de foto hierboven te zien is. Het voordeel van deze werkwijze is dat u zo tevens een soort microklimaat creëert. Dit heeft enkele voordelen: te felle zon wordt gebroken zodat het niet te heet wordt, eventuele hagel wordt tegengehouden, rondvliegend zaad blijft in het gaas hangen zodat u minder hoeft te wieden. En bovendien wordt de regen door de kleine maaswijdte van het gaas gebroken, waardoor het in feite als nevel op de wortels valt: ideaal. U hoeft bij storm ook niet bang te zijn dat de boel wegwaait omdat de wind er gewoon doorheen kan waaien (dit in tegenstelling tot plastic).
Mensen hebben bij deze methode wel de neiging om de rijtjes wortels in de lengte te zaaien terwijl de bogen in de breedte staan. Dit is niet handig. Door ze in dezelfde richting als de bogen te zaaien – dus in de breedte – kunt u zodra u enkel rijtjes wortels geoogst hebt het gaas en de bogen hier weghalen en de grond voor iets anders gebruiken. Ook met schoffelen is het veel handiger. Dan hoeft u niet steeds onder de bogen door te duiken.
Bloemkool
Ton zaait bloemkool direct op de juiste plaats. Er worden in eerste instantie 5 à 6 zaadjes bij elkaar gezaaid met een tussenruimte van 40 cm. Zet voor de zekerheid een stokje waar u de zaadjes gezaaid heeft. Van de plantjes die vervolgens opkomen laat u de 3 mooiste plantjes staan en nog even doorgroeien. Dit selecteren doet u nog 2 keer totdat uiteindelijk het mooiste plantje over blijft. In wezen heeft u zo een natuurlijke selectie toegepast.
Het is goed ons te realiseren dat de natuur zelf dat in feite altijd al doet: de sterkste mag doorgaan en de rest heeft pech.
In de natuur geldt ook dat hoe steiler omhoog het blad kan staan, hoe harder de plant groeit, vandaar ook de 40 cm tussen de zaadjes zodat de bladeren niet kunnen gaan hangen. Bijkomende voordelen hiervan zijn dat de zon niet rechtstreeks op de bloemkool kan schijnen zodat die niet verkleurt en als het regent begeleiden de bladeren als het ware de regen naar de stam van de plant waar de wortels zitten. De bloemkool is een plant die veel water nodig heeft op een klein plek omdat hij en zoveel blad produceert en relatief kleine wortels heeft. En tenslotte groeit er zo ook weinig of geen onkruid tussen de planten omdat alles is afgedekt met bladeren.
Dit principe geldt overigens niet alleen voor bloemkool maar voor alle koolsoorten, behalve spruiten, die kunnen beter iets verder uit elkaar staan.
Bietjes
Bietjes kunt u het beste een beetje dik zaaien. Dan worden ze niet zo groot en smaken veel lekkerder. Dit komt onder andere omdat ze dan niet zo snel kunnen groeien.
En alles wat langzaam groeit heeft nu eenmaal meer smaak. Iets wat snel groeit heeft grotere cellen, maar per volume minder smaakcellen. Het is dan vooral water dat u eet. Vergelijk maar eens de opgekweekte tomaten uit kas – de zogenaamde waterbommen – met in de tuin gekweekte tomaten, die dat in hun eigen tempo hebben mogen doen.
Overigens: het ene bietje is niet het andere bietje er zit verschil – een ‘bietje’ verschil – tussen de verschillende soorten bietjes. Het hangt af van uw persoonlijke smaak wie uw favoriet is.
Erwten
U doet er goed aan erwten ook heel dik te zaaien zodat ze elkaar overeind houden als ze de hoogte in groeien. Ook hier geldt het gezegde ‘erwten houden van elkaar’, het is ook een gezelschapsplant. Bovendien hebben ze onder – op de grond – weinig tot geen ruimte nodig omdat ze tenslotte de hoogte in moeten. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld sla en kool zoals hierboven beschreven; zij moeten juist in de breedte groeien. Het is altijd goed om te snappen wat een plant eigenlijk wil gaan doen.
Het is handig om erwten langs en door een net te laten groeien. Dat doet u als volgt: vlecht 2 palen aan het uiteinde van een net met wat grotere mazen (het net dus niet vastbinden). Zet de palen vervolgens in de grond en trek het net ertussen strak. Zo kunt u aan weerskanten van het net erwten zaaien, waardoor u een dubbele opbrengst heeft. Eventueel de bodem een beetje mulchen met wat gras.
Smeerwortel
Wilt u om wat voor reden dan ook wat onkruid op afstand houden, dan kan smeerwortel u daar goed bij helpen.
Smeerwortel is namelijk een plant waar geen één onkruid meer doorheen komt. Heeft u bijvoorbeeld een stukje grond wat u niet meer kunt bijhouden: zet er smeerwortel neer en alle onkruid dat er staat gaat dood volgens Ton.
Daarnaast is het een uitstekende plant voor hommels en de bladeren kunt u prima op de composthoop deponeren. In de winter kunt eventueel de wortel van de plant gebruiken in de thee tegen keelpijn en verkoudheid.
Er zijn 2 soorten smeerwortel: de lage (links op de foto en boven dit verslag) en de hoge (rechts op de foto). De lage is gecultiveerd, woekert en is niet geschikt voor consumptie. De hoge gedraagt zich beter en blijft op z’n plek!
Sla
Ook bij sla zaait u in eerste instantie 4 à 5 zaadjes direct op de juiste plek om uiteindelijk het beste plantje over te houden. Dit bespaart u een hoop tijd en werk als u de plantjes later uit zou moeten gaan planten. Tussen de sla heeft Ton Turkse munt staan. Deze plant maakt horizontale uitlopers en hoeft u niet in te dammen zoals andere muntsoorten. Als de sla weg is staat het veld vol met deze munt: heerlijk in de thee.
Ton heeft ook wel venkel bij zijn sla staan. Als u erg veel geluk heeft kunt u hier de koninginnenpage in aantreffen. Het bijzondere van deze rups / vlinder is dat hij altijd terugkomt waar hij geboren is. Afblijven en gewoon lekker laten eten!!
Nog een goede tip van Ton voor het geval we weer een droge zomer krijgen en u wilt bepaalde planten behoeden voor uitdrogen zonder ze elke dag met de gieter achterna te lopen. Geef deze planten goed water en zet er vervolgens een melkachtig witte emmer overheen. De planten groeit hier prima onder terwijl het vocht onder de emmer overdag verdampt, ’s nachts weer condenseert enzovoorts. U kunt de emmer wel een week of 2 over de planten laten staan. Als u de emmer tenslotte verwijdert let er dan wel op dat u dat doet als er een paar bewolkte dagen voorspelt worden zodat de planten niet direct in de volle zon komen te staan. Deze emmers zijn soms wel bij frietzaken te krijgen.
Aardappels
Ton raadt u aan bij aardappels om eens 2 aardappels bij elkaar te zetten: u zult eens zoveel opbrengst hebben! Ton kwam op dit idee doordat in Peru – waar de aardappel oorspronkelijk vandaan komt – ze in bosjes bij elkaar groeien. Een aardappel wil eigenlijk helemaal niet in z’n eentje groeien. Als u er 3 of 4 bij elkaar zet dan is de concurrentie te groot en krijgt u te kleine aardappelen. Dus niet gaan overdrijven hoor!
Sinds Ton dit principe toepast heeft hij ten opzichte van vroeger nog maar de helft van zijn grond nodig om dezelfde hoeveelheid aardappels te telen.
Door ook de aardappels aan te aarden krijgt u meer aardappels. Ze groeien tenslotte aan de stengel en niet aan de wortels. U kunt zo met uw handen voelen welke aardappels groot genoeg zijn. Deze plukt u af en laat de rest zitten om gewoon verder te groeien.
Als tenslotte alleen de bladeren bruin worden van de fytoftora hoeft u niets anders te doen dan de boel goed in de gaten te houden. Zodra ook de stengel bruin wordt – dit kan overigens wel binnen een dag gebeuren! – dan moet al het loof er meteen af. U kunt dit gewoon op de composthoop gooien, omdat fytoftora alleen maar op levend materiaal kan leven.
Ton zet tegenwoordig ook prei in de dalen tussen de aardappels. Prei moet veel water hebben en in ‘het dal’ tussen de aardappels is het lekker vochtig. Tegen de tijd dat u met de riek het restant van de aardappelplant kunt verwijderen, is de prei zo groot geworden dat u die dan weer aan kunt aarden en u zo een mooie lange witte stengel krijgt. Slim allemaal!!
Plantuien
Als u tenslotte plantuien heeft geteeld en u wilt ze oogsten dan doet u er goed aan eerst even aan de uien te trekken om te kijken of ze rijp zijn: laat de ui loslaat dan is ie rijp. Het moment van oogsten is namelijk heel belangrijk om de ui later goed te kunnen bewaren. Trekt u de ui te vroeg uit de grond dan wordt de sapstroom abrupt onderbroken. En bij een ui moet de sapstroom langzaam afremmen. Hoe langzamer de sapstroom dit kan doen hoe beter u de ui kunt bewaren en hoe smakelijker de ui ook zal zijn.
Ook deze avond heeft Ton een wijs gezegde om mee af te sluiten:
Vergeet niet altijd logisch na te denken als u iets doet,
of als u een probleem heeft gehad, hoe u het de volgende keer kunt oplossen.
We hebben als mensen tenslotte het grote voorrecht
dat we onze hersenen kunnen gebruiken……………..
(Verslag Anja van Vijven, foto’s Ton Jansen, Pixabay, Tuinadvies en A van Vijven).